Loading...

Týr - The Best Of - The Napalm Years

Gepost in Reviews door Chris van der Aa op 18-09-2024

Tracklist

01. Hail to the Hammer
02. Regin Smidur
03. Ramund Hin Unge
04. Hold the Heathen Hammer High
05. By the Sword in my Hand
06. Tróndur í Gøtu
07. Northern Gate
08. The Wild Rover
09. Ormurin Langi
10. Sinklars Visa
11. Ragnarok
12. Shadow of the Swastika
13. Evening Star
14. Flames of the Free

Ik maakte kennis met de van de Faeröer Eilanden afkomstige band Týr met hun album The Lay Of Thrym in 2011. Met terugwerkende kracht is het toeval dat dat het laatste album is geweest dat de band voor Napalm Records uitbracht. Toeval in elk geval in dit kader, waarin de Napalm-jaren van Týr voor het voetlicht worden gebracht middels een verzamelaar. Misschien een beetje overbodig, in elk geval zijn de tracks opnieuw gemasterd voor een beleving up-to-date. Gelukkig strekken die jaren zich uit tot vanaf de beginperiode van de band, want niet alleen de periode 2006-2011 komt hier voorbij, maar ook de eerste twee albums How Far To Asgaard (2002) en Eric The Reed (2003) werden door het betreffende label opnieuw op de markt gebracht.

Die eerste is daarom middels Ormimirun Langi vertegenwoordigd, en van die tweede zijn zelfs drie tracks aanwezig. Juist dit zorgt ervoor dat de veranderingen en diversiteit in de sound van Týr door de jaren heen nog sterker geaccentueerd worden. De pure eenvoud van bijvoorbeeld opener Hail To The Hammer (uit 2002) of Regin Smidur (2003) staan toch in geen enkele verhouding tot de dynamiek van het al genoemde The Lay of Thrym. De beginjaren kenmerkten zich door een meer folky aanpak dan de latere meer metal-gerichte jaren. Uitzonderingen zijn meer gematigde tracks als Ragnarok en Evening Star, die te midden van de vlottere metal juist voor een rustpunt en een hang naar het verleden zorgden.

De band speelde / speelt over het algemeen vrolijk klinkende, qua tempo soms opgefokte, power metal met de vertrouwd klinkende folky ingrediënten. Traditionele heavy metal riffs, opzwepend drumwerk (double bass waar gewenst), aangevuld met een zeer powervolle cleane zangstem en gierende gitaarsolo's. Zowel het tempo als het meezinggehalte in de refreinen is hoog tot zeer hoog, de muziek klinkt zo catchy als maar kan binnen de grenzen van dit genre. Daarnaast vliegen de flitsende solo's je om de oren, het geheel is bij vlagen zo old school dat het me moeite kost om niet de denkbeeldige haardos in het rond te laten zwiepen. En wie wil er nu niet meebrullen met bijvoorbeeld het uit duizenden herkenbare The Wild Rover!