Pyrrhon - An Excellent Servant But a Terrible Master
- Pyrrhon [US]
- An Excellent Servant But a Terrible Master
- 31-08-2011
- Selfmadegod Records [US]
Tracklist
1. New Parasite (07:34)
2. Glossolalian ( 03:13
3. Idiot Circles (04:40)
4. Correcting a Mistake (03:21)
5. Gamma Knife (04:55)
6. The Architect Confesses (Spittlestrand Hair) (04:49)
7. Flesh Isolation Chamber (08:24)
8. A Terrible Master (08:04)
Het uit New York, Verenigde Staten afkomstige Pyrrhon is een nog jonge band (begin twintigers). Ontstaan in 2008 verschenen er in eigen beheer respectievelijk een demo (geen titel, 2009) en een EP (Fever Kingdoms, 2010). De muziek die daarop ten gehore werd gebracht laat zich omschrijven als technische death metal, van een band die zoekende is naar een eigen gezicht. Dat lijkt de band inmiddels te hebben gevonden, sterker nog, te hebben doorgevoerd tot absurdistische proporties. Ergens in September moet het full length debuut uitkomen, de titel is alvast veelbelovend: An Excellent Servant But A Terrible Master.
Het album is een samensmelting van muziek uit een diversiteit aan invalshoeken. Het bevat elementen uit experimentele (death) metal, jazzy ritmes en psychedelische dissonantie. De jonge mannen van Pyrrhon hebben talenten, kwaliteiten en een volwassenheid die hun feitelijke leeftijd te boven gaan. Zo blijkt de ritmesectie van de band hun vrije tijd te slijten als sessiemuzikanten voor diverse jazz ensembles. Niet vreemd dus dat de basis voor de muziek op dit album in die hoek te vinden is. In combinatie met een fenomeen op de gitaar en een veelzijdige zanger leidt dit tot een soort van experimentele death metal, die bol staat van snelheid en kakofonische uitspattingen enerzijds, en gevoelige subtiele rustpuntjes anderzijds.
Na meerder luisterbeurten om de muziek enigszins te doorgronden denk ik dat ik inmiddels wel in staat ben om een enigszins adequate beschrijving te geven van hetgeen ik gehoord heb. Het album in een ruk uitluisteren is sowieso een zware klus vanwege alle indrukken die op je af komen, zeker de eerste keer. Opener New Parasite overrompelt al meteen. Meest opvallend is misschien nog wel, naast de over elkaar heen buitelende ritmes en het overdonderende freaky gitaarwerk, de wisselwerking tussen de brute elementen enerzijds en de luchtige rustpuntjes er tussendoor. Brute metalriffs en grunts worden net zo gemakkelijk ingezet als subtiele cleane gitaarpartijen en fluister/praatzang. Het is dus zeker niet allemaal kakofonie en snelheid, er zijn een aantal prachtige onderbrekingen binnen het geweld.
Het volgende Glossolalian trekt van meet af aan wel heel bruut van leer, onnavolgbare snelheden worden afgewisseld met groovy ritmes, bijeengehouden door freaky drum- en gitaarpartijen. Als rode draad deze keer 'slechts' de brute strot van zanger Doug. Een kort maar powervol nummer. Dat geldt min of meer ook voor Idiot Circles, gekenmerkt door zijn nerveuze gitaarriffjes. Dit laat zich toch wel omschrijven als technische death metal. Het zijn dus blijkbaar vooral de langere tracks waarop driftig geëxperimenteerd wordt met freaky jazzy uitspattingen. Luister (of beter gezegd: ervaar, onderga) maar eens Flesh Isolation Chamber en laat je onderdompelen in de wereld van Pyrrhon.
Mijn voornaamste probleem met het album is eigenlijk dat alle onvoorspelbare gekte en dissonantie uiteindelijk grotendeels de toegankelijkheid aantast. Het is geen album waar je als 'leek' zoals ikzelf, zonder meer veel plezier aan gaat beleven. Zeker, het is buitengewoon interessant om het allemaal te beluisteren, werkelijk heel knap gemusiceerd. Maar het is bij vlagen te veel, te massaal. Uiteindelijk is het geen muziek die beklijft, geen nummers die na een aantal keren beluisteren nog makkelijk in je hersenpan zitten. De kunst van (ook ingewikkelde) muziek maken zit 'm volgens mij in het behagen van je publiek, je luisteraars. Niet om ze te vermoeien. Wanneer je muziek maakt die door je (potentiële) publiek niet begrepen wordt, sla je gedeeltelijk de plank mis. Hoe perfect uitgevoerd dan ook, en hoeveel plezier de makers zelf er ook van hebben.
Dylan DiLella - guitars
Doug Moore - vocals
Alex Cohen - drums
Erik Malave - bass