DevilDriver - Winter Kills
- DevilDriver [US]
- Winter Kills
- 23-08-2013
- Napalm Records [AT]
- Hard Life Promotion [NL]
Tracklist
01. Oath of the Abyss
02. Ruthless
03. Desperate Times
04. Winter Kills
05. The Appetite
06. Gutted
07. Curses And Epitaphs
08. Carings Overkill
09. Haunting Refrain
10. Tripping Over Tombstones
11. Sail (Awolnation cover)
DevilDriver is al lang niet meer “dat andere bandje van Dez (geboren als Bradley James) Fafara, die zanger van Coal Chamber”. Zeker na de matig bezochte en niet altijd even positief ontvangen reünieshows van laatstgenoemde band kunnen we gerust concluderen dat dat voltooid verleden tijd is. DevilDriver draait alweer tien jaar mee in de scene, geheel op eigen benen, en is met Winter Kills toe aan het zesde album. Die titel Winter Kills verwijst naar hergeboorte: het afsterven en opnieuw beginnen van cyclussen. Zeer toepasselijk dus in de context van deze introductie.
Waar een stuk minder vernieuwingsdrang in zit, is de muziek van DevilDriver. Op dit zesde album klinkt de band eigenlijk precies zoals je mag verwachten: logge, groovende, beukende, en vaak toch melodieuze, moderne death metal. Opener Oath Of The Abyss geeft meteen het goede voorbeeld en is in wezen een zeer aanstekelijk deuntje. Het gitaarlijntje vanaf het begin houdt je vast, de groove doet de rest. Natuurlijk klinken de vocalen boos op de voorgrond, daaronder ligt stiekem best toegankelijke muziek, een beproefde combinatie. Dit is zoals moderne metal hoort te klinken, beteugelde agressie en energie gecombineerd met melodie.
Ruthless moet het daarna niet hebben van snelheid of agressie, maar lijkt gebaseerd rond groovende percussie. Lijkt, want de loeiharde break op tweederde van het nummer maakt alsnog duidelijk dat we hier wel degelijk met boze muziek te maken hebben. Zo balanceert DevilDriver regelmatig op de rand tussen toegankelijkheid en furieuze agressie. De kracht van de band ligt juist daarin dat ze die balans behoorlijk goed weten te bewaken. Titelnummer Winter Kills is daar ook een goed voorbeeld van, met losgeslagen drumwerk en pittig gitaarwerk wordt de balans terug gevonden in een redelijk pakkend refrein. Of luister maar eens naar The Appetite hieronder, ondanks de heavy basis toch een behoorlijk toegankelijk nummer, inclusief flitsende gitaarsolo.
Ook hard is Desperite Times, het nummer waar Fafara aan werkte toen hij te horen kreeg dat bij zijn zus de diagnose kanker werd gesteld. Geen wonder dat dat een snoeihard nummer oplevert, jammer dat vanwege de eendimensionaliteit van Fafara's stem er geen emotie in zit; behalve natuurlijk de eeuwige boosheid. Daar had deze thematiek zich bij uitstek toe geleend. Daar waar even de voet van het gaspedaal mag, zoals in (het begin van) Haunting Refrain, zou ik graag eens een andere manier van zingen willen horen, die beter bij de meer melodieuze momenten van de muziek past. Overigens bevat laatstgenoemde nummer wel een heerlijke gitaarsolo.
Afsluiter Sail is zonder meer het meest opvallende nummer van de plaat. Het is een cover van de Amerikaanse electrorock band Awolnation (een hit op het Noord-Amerikaanse continent in 2011/2012). Het nummer werd door Fafara direct geassocieerd met zijn ADHD (12 jaar Ritalin ervaringsdeskundige) toen hij het voor het eerst hoorde. Deze uitvoering is voor mij het bewijs dat Fafara als zanger een 'one trick pony' is en niet het vermogen heeft om de juiste stem aan de muziek toe te voegen. Ik vind het nummer qua muziek zeker geslaagd, en heel eigen, maar de vocalen draaien het nummer vakkundig de nek om; alle subtiliteit en gevoel zijn er uit verdwenen.
En dat is eigenlijk ook de conclusie die ik aan het complete album wil verbinden. De muziek laveert uitstekend heen en weer tussen pure power en melodieuze aspecten, en kan zowel agressief als pakkend klinken. Het album zit wat dat betreft ook gewoon goed in elkaar, maar de zang zorgt er voor dat veel van de nummers hetzelfde klinken, juist doordat die zang zo op de voorgrond staat.
Dez Fafara - vocals
Mike Spreitzer - guitar
Jeff Kendrick - guitar
John Boecklin - drums
Chris Towning - bass